Maandag 11 januari naar Medan. Per bus om 8.00 uur bij
Mien naar het vliegveld Soekarno-Hatta van Jakarta. Om 13.10 stipt op vliegveld
van Medan aangekomen, waar de gids van het reisbureau ons stond op te wachten. Het
was ruim anderhalf uur rijden naar ons hotel. Omdat ik me niet goed voelde,
hebben we de rest van de dag niets van Medan kunnen zien en hebben in het
hotel-restaurant gegeten.
De volgende dag om 8.00 vertrokken en hebben in Medan
respectievelijk de moskee bezocht, het paleis van de Sultan van Deli en een
bekende Chinese tempel.
Grace met de gids voor de grote moskee van Medan |
Het Paleis van de Sultan van Deli |
Hierna rond 9.30 uur vertrokken naar Tangkahan. Na 1 uur rijden de Trans-Sumatra-Highway verlaten en tientallen kilometers en uren rijden door palmolieplantages over onverharde wegen. Af en toe bij dorpjes onderbroken door rubberplantages. Het is niet te geloven zoveel natuur is opgeofferd aan deze plantages. En dan te bedenken dat er overcapaciteit is en dus de prijzen / opbrengsten van palmolie laag is. De lokale bevolking is er dan ook niet blij mee. Het geeft weliswaar werkgelegenheid en dus inkomsten, maar de natuur is de dupe. De palmoliebomen hebben zeer veel water nodig en dit wordt onttrokken aan de grond. Gevolgen zijn o.a. weinig voedsel voor dieren (bijvoorbeeld gras voor koeien), maar vooral de waterstand in de rivieren gaat achteruit. En dat terwijl Sumatra juist op en rond de evenaar ligt en dus een vochtig, tropisch klimaat heeft. Niet alleen Bali droogt uit maar ook grote delen van Sumatra. (N.B. Sumatra heeft de oppervlakte van Engeland en Duitsland samen)
Medan is een
grote handelsstad waar de Nederlanders vroeger veel invloed hadden als eigenaren
van plantages en als handelaren. De duurste wijk van Medan heeft nog grote
brede lanen en grote huizen waar de planters woonden. Het is nu de wijk van
rijken en buitenlanders. (ambassadeurs, etc.)
In 1862 begon de ontwikkeling van Medan.
De Nederlander Jacob Nienhuys vestigt zich hier vanwege het agrarische
potentieel. De vulkanische grond is zeer vruchtbaar. Nadat hij erin slaagde om
tabak in het gebied te verbouwen volgden veel Europese ondernemingen. Ze
vestigen zich in het gebied rondom Medan. De ondernemingen verenigden zich in
1869 in de Deli-maatschappij, wat later een van de grootste koloniale
cultuurmaatschappijen zou worden.
Plantages
Doordat het gebied dunbevolkt was en het
verbouwen van tabak enorm arbeidsintensief werden Chinese en Javaanse koelies
geronseld. Zij moesten vaak hun hele leven onder benarde omstandigheden op de
plantages werken.
In 1890 werd er naast tabak ook rubber,
palmolie (oorspronkelijk uit West-Afrika), sisal, thee en suikerriet verbouwd.
De sultans van Deli, Langkat, Serdang en Asahan gaven toestemming voor de
ontginning van hun land en werden stinkend rijk. Ze deelden in de opbrengsten
van de maatschappij. In 1946 eindigde deze winstgevende handel door de
revolutie. Een groot deel van de aristocratie, die als collaborateurs werden
beschouwd, werd vermoord.
De sultan van Deli heeft tegenwoordig
geen politieke macht meer. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de sultan van
Yogjakarta. De (jonge) sultan van Deli woont tegenwoordig op Sulawesi en komt
hoofdzakelijk om ceremoniƫle redenen een paar keer per jaar naar Medan.
Na de onafhankelijkheid kwamen er steeds
meer Toba Batak in het gebied wonen waardoor de Chinezen, Javanen en Maleisiƫrs
niet langer het grootste deel van de bevolking uitmaakten.
Rond 14.00 uur zijn we in Tangkahan aangekomen en
ingecheckt bij een zeer eenvoudige lodge. Maar midden in de natuur, prachtige
uitzichten en overal apen om ons heen. En de bekende frase: de bevolking leeft
eenvoudig, maar gelukkig.
Morgen meer over onze belevenissen in Tangkahan.
De Baligroeten van Grace en Henk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten