zondag 28 februari 2016

Ubud, maandag 1 februari - zondag 7 februari

Ons huisje in Ubud
Voor maandag naar Ubud een driver geregeld. De laatste twee maanden gaan in.
Eerst langs Sanur bij Anton en Asih onze koffers en andere bagage ophalen, die we daar hebben achtergelaten toen wij naar Sumatra gingen.






In Ubud aangekomen zijn we in een supermarkt boodschappen gaan doen, een motorbike geregeld  en ’s avonds voor de verandering weer eens uit eten.
De rest van de week niet veel gedaan, uitgerust van 17 dagen 'doen' op Sumatra.
Thuis weer eens een paar dagen gegeten, waaronder de spaghetti van Grace en hebben de omgeving door wandelingetjes verkend.
Vrijdag erg lekkere vis gegeten in het bekende restaurant Ibu Rai aan Monkey Forrest Road

Grace al achter de geraniums?
Zaterdag was het half bewolkt weer. Een tripje met de motorbike gemaakt en ten noorden van ubud naar dorpjes als Jungjungan, Petulu Desa en Gentong.
In Tegalalang een stop voor koffie en het uitzicht.







Vele Garuda's in alle maten in het dorp Pakudui.
Daarna afgeslagen naar het dorp Pakudui. Dit dorp heeft zich gespecialiseerd in het maken van de Garuda uit hout in alle maten, soorten en kleuren. De kruising overgestoken naar Pura Gunung Kawi Sebatu. Wat blijkt? Wij zijn hier al geweest! In april 2012. Ach ja, je vergeet wel eens wat als je zes maanden ergens verblijft.



Terrasrijstvelden in Tegallalang

Daarna teruggereden via Bayad, Blumbang, Kenderan en Gentong naar Ubud. Mooie natuur, vele zichten op de rijstvelden.





Even verderop in het straatje waar wij wonen
Het begin van het bekende Monkey Forrest in Ubud
De Baligroeten van Grace en Henk

vrijdag 26 februari 2016

Jimbaran, woensdag 27 januari - maandag 1 februari

Uitzicht van de rooftop van ons hotel, op de achtergrond
 de nieuwe tolweg van Sanur naar het vliegveld.
Uitzicht op Jimbaran
Wij zijn een aantal dagen in Jimbaran gaan zitten (ons hotel staat in Kedonganan), omdat we wilden uitzoeken of dit een plaats is om langer te verblijven. Wel nu, dat is het niet. Jimbaran is bekend van de visrestaurants op het strand, maar dit is een grote ‘tourist trap’. Op een avond waren er wel meer dan 50 touringcars met toeristen uit andere plaatsten op Bali. En vooral veel toeristen (voor zover door mij te beoordelen) uit China, Korea en Japan.Deze wel duizend mensen worden aan grote tafels gedropt en krijgen alle soorten vis geserveerd voor een veel te hoge prijs.
Wij hebben een aantal avonden moeten uitzoeken waar je nog rustig een visschotel kunt eten zonder er exorbitant voor te moeten betalen. Je moet hierbij ook bedenken dat vis in andere plaatsen in restaurant niet duur is.

Het vliegveld van Bal is zeer nabij. Garuda landt.
We hebben uiteindelijk heerlijk seafood (krab, dorade, garnalen, vissaté) gegeten in het leuke Bayang Café op het strand. Lekker en natuurlijk is het leuk om aan het strand met je voeten in het zand te eten. Maar een krab peuteren bij een olielampje valt ook niet mee. Maar genoeg voor een genoeglijke avond.




Verder is Jimbaran nog een authentiek plaatsje waar de winkels en restaurants nog niet volledig zijn verwesterd. Dus nog echte Indonesische warungs. In een van deze warungs hadden we een leuke ontmoeting met een stagiaire van de hotelschool in Leeuwarden. Deze jongen liep bijna een half jaartje stage in het Grand Inna Hotel in Kuta en gaf wat inzicht in het werkzame leven van de Balinezen die er werken.
Aan het eind van het strand van Jimaran ligt het luxieuze Sundara Resort
Op vrijdag nog naar Nusa Dua geweest. Herinneringen opgehaald bij plekken waar we vier jaar geleden vaak zijn geweest, En op zondag naar de bekende zondagsmarkt in Sanur waar veel Nederlanders die op Bali wonen bij elkaar komen. Een feest van herkenning.

De Baligroeten van Grace en Henk

woensdag 24 februari 2016

Sumatra, dag 17, terug naar Bali

Anai vallei
Het is woensdag 27 januari en er is een einde gekomen aan onze tocht door het midden van Sumatra. Vandaag reizen we van Harau Valley via via naar het vliegveld van Padang. Een kleine 40 km. 
Om 8.00 uur vertrekken we naar de Anai-vallei en via Kiambang (panorama) ten westen van het Singkarakmeer naar het vliegveld ten noorden van Padang.




Anai vallei, Terjun Anai
Wij rijden in de mist! Het lijkt wel Hollands weer. Bijna twee uur later zijn we in de Anai-kloof en kijken hier wat rond. Ook hier weer een spoorbrug t.b.v. het vervoer van steenkolen naar de zeehaven van Padang. Deels is de spoorlijn een tandradbaan.






Rond 11.00 uur drinken we koffie in Lubuk Alung en nemen afscheid van onze gids Salim en onze driver Mahil. Het is gek, maar 17 dagen met elkaar optrekken schept toch een band.
Rond het middaguur zijn we op het vliegveld.
Kiambang
Ruim twee uur later vertrekken we op tijd (14.20 uur) naar Jakarta, maar op Jakarta weer vertraging van de vlucht naar Bali. Wij hebben tot nu toe altijd vertraging gehad op het traject Jakarta naar Denpasar. Gelukkig dit keer slechts een half uurtje. Voor half elf landen we weer op Bali  en weer een half uurtje later waren we in het hotel in Kedonganan / Jimbaran. Wat was het weer heerlijk om wat langere tijd onder een douche te kunnen staan!

De Baligroeten van Grace en Henk

dinsdag 23 februari 2016

Sumatra, dag 16, naar Harau-vallei

In de Harau-vallei

Dinsdag 26 januari,'s morgens om 8.30 uur op weg naar de Harau-vallei. Deze vallei ligt net buiten West-Sumatra en ligt in de provincie Riau, ten noorden van Payakumbuh.
Deze provincie en Zuid-Sumatra zijn rijk aan olie en vormden de aanleiding tot de oprichting van de NV Bataafsche Oliemaatschappij, kortweg BPM, in 1907.







In het dorpje Piladang staat een monumentje. Moeders worden in de Minangkabau geëerd met standbeelden in diverse dorpjes. Matriarchaal!



Onze villa

Om 10.00 uur komen we aan bij Abdi Homestay van Ikbal & Noni in Tarantang, Harau Vallei.

Harau is een natuurreservaat en ook hier komen wilde zwijnen voor. Niet altijd bevorderlijk voor een ongestoorde groei van de rijst. Daarnaast teisteren andere dieren vaak de rijstoogst in deze vallei. De overheid wil hier in deze vallei een safaripark bouwen.


Om 11.30 uur doen wij een trekking met z’n tweeën en een gids door rijstvelden en de vallei in langs watervallen. Een tocht van vier uur en helaas bleef het ook niet droog.

Een buffel met een 'reiger'
’s Avond viel de elektriciteit uit. Wel gezellig met de andere toeristen, eten wat de pot schaft.







De vogel is gevlogen!


Het water uit de bergen wordt naar de huizen geleid










Grace en de gids hebben haast

Watervallen te over
Op weg naar het einde van de vallei





Die Nederlanders toch

Fraai zicht in de vallei



De Baligroeten van Grace en Henk

maandag 22 februari 2016

Sumatra, dag 15, in Bukittinggi, naar Batusangkar

Danau Singkarak
Onze eerste stop was na een uurtje in Padang-Panjang. Al vanaf de Nederlandse tijd een militaire stad en ook een van de natste steden op Sumatra. De stad wordt wel vergelijken met Bogor op Java. Ook zijn er in dit stadje veel moslimscholen.
De tocht gaat verder via het dorp Batipuh Selatan (Solok) en een weg langs het Singkarak-meer. Weer een van de grotere (20km lang) kratermeren op Sumatra en groter dan het Maninjau. Het is hier minder toeristisch door een heter klimaat.


Oudhollandse spoorbrug
We nemen hier een koffiebreak. Aan het meer ligt Ombilin, waar nog een Oudhollandse spoorbrug (in goede conditie!) ligt. De spoorlijn werd gebruikt voor het steenkolenvervoer naar de haven van Padang.

N.B. De president heeft verordonneerd dat alle nog liggende spoorlijnen in gebruik moeten worden genomen voor personenvervoer. Er is op Sumatra nauwelijks treinvervoer. Het zou een goede uitkomst zijn en ben benieuwd of er wat van terecht komt en op welke termijn.

Rijst ligt te drogen

De route van het Singkarak-meer naar Batusangkar wordt wel de rijstschuur van West-Sumatra genoemd. Sawa’s, sawa’s en nog eens sawa’s. Onderweg rond half twaalf nog een stop bij een rijstfabriekje, net voor Batusangkar.



Een rijstpelmachine

Rijst keren om te drogen


Batusangkar (Batu : steen, rots, Sangkar : kooi of nest) is de hoofdstad van een regentschap van West-Sumatra en staat bekend als "de stad van de cultuur", bedoeld wordt voornamelijk de
Minangkabau-cultuur. De stad ligt in de buurt van de voormalige zetel van het Minangkabau Koninkrijk in Pagaruyung.


De stad stond bekend als Fort Van der Capellen tijdens de koloniale tijd, toen het een Nederlandse buitenpost was gedurende de Padri Oorlog (1821-1837). Het fort werd gebouwd tussen 1822 en 1826 en vernoemd naar de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Godert van der Capellen. De stad werd officieel omgedoopt Batusangkar in 1949, ter vervanging van zijn koloniale naam.

In de stad staat het Indo Jelito gebouw. Het is de residentie geweest van alle regenten en is ook de voormalige residentie van de Nederlandse resident Van der Capellen tijdens de koloniale tijd.
Het is nu het huis van de burgemeester van Batusangkar. Er tegenover ligt het huis waar de gemeentevergaderingen plaats vinden.
Indo Jelito gebouw
De volgende stops liggen dicht bij elkaar. Een stop voor een Rumah Gadang en een stop bij Istano Silinduang Bulan in Pagaruyung.
Een mooi Minangkabauhuis (Rumah Gadang) tussen Batusangkar en Pagaruyung
Istana Silinduang Bulan
Let op de vlaggen. De vlag van de Minangkabau bestaat uit de kleuren zwart, rood en geel. Gelijk aan de kleuren van Duitsland, maar dan verticaal. Deze kleuren symboliseren de drie districten en hebben betekenis als diersymbool: zwart is hond, rood is tijger en geel is luipaard.
De kleuren horen ook bij de districtshoofdsteden Batusangkar, geel / luipaard; Bukittingi, rood / tijger en Sarilamak, zwart / hond.

Hierna verder naar het Pagaruyung Paleis van het gelijknamige Koninkrijk (Minangkabau: Istano Basa Pagaruyuang). Deze drie gebouwen liggen binnen een straal van 5km bij elkaar.
Het Paleis van Pagaruyung


De entree van het paleis.

























Zie verder over de geschiedenis van dit paleis en het koninkrijk onderaan dit blog.


Makanan Padang

Daarna rond een uur lunch in restaurant RM Pondok Flora dit ligt ongeveer 5km na Batusangkar. Dit is eten op z’n Padangs. Dat wil zeggen dat er een tiental gerechten worden geserveerd en dat je alleen afrekent wat je gebruikt. (m.u.v. rijst en groenten).
In West-Sumatra wordt veel in restaurants gegeten, omdat beiden werken.





Koffie afwegen en verpakken
Na een uurtje hadden we deze uitgebreide lunch achter onze kiezen en vertrokken we naar Salimpaung. Hier een 'winkel' bezocht waar men bijzondere koffie nog met de hand verpakte.
Ook koffie gedronken van bladeren van de koffieplant, dus niet van de boon. Ik vond het eigenlijk nergens naar smaken met een hele lichte koffiegeur. Rond 16.00 uur weer in ons hotel Pusako in Bukittinggi.


Lekker, koffiebladeren!














Het Pagaruyung Paleis en Koninkrijk (Minangkabau: Istano Basa Pagaruyuang)

Pagaruyung  (of Malayupura) was de zetel van de Minangkabau koningen van West Sumatra waar maar weinig over bekend is. 
Het Pagaruyung Paleis is de Istana (koninklijk paleis) van het voormalige Pagaruyung Koninkrijk, gelegen in de buurt van Batusangkar. Het werd gebouwd in de traditionele Minangkabau Rumah Gadang architectonische stijl, maar had een aantal atypische elementen, waar onder de drie verdiepingen structuur en de grotere afmeting van de gemeenschappelijke ruimte in een Rumah Gadang.

Adityawarman (familie van de koning van Majapahit) wordt verondersteld het koninkrijk te hebben gesticht tussen 1347 en 1375, voornamelijk met als doel de lokale goudhandel te controleren.
Tegen de 16e eeuw was de Koninklijke macht opgesplitst in drie erkende regerende koningen. Zij waren de Koning van de Wereld (Raja Alam), de koning van Adat (Raja Adat), en de koning van de religie (Raja Ibadah). Gezamenlijk werden zij opgeroepen de koningen van de drie zetels ( Rajo Tigo Selo).
Hoewel er vandaag de dag geen koning of Koninklijke familie meer woont in dit paleis, omdat het Pagaruyung Koninkrijk werd ontbonden in 1833 (1789-1833, laatste koning Sultan Tangkal Alam), staat het paleis nog steeds in hoog aanzien onder het Minangkabau volk als de afstammelingen van de verspreide Minang edelen (bangsawan) en hun streven naar hun wortels en de link naar het voormalige koninklijke huis van Pagaruyung.

Het originele Pagaruyung paleis werd gebouwd op Batu Patah Hill en werd platgebrand tijdens een oproer in Padri Oorlog in 1804. Tijdens dit conflict werden de meeste van de Minangkabau Koninklijke familie gedood in 1815.
Een replica van het paleis werd door de Nederlanders gebouwd (1930), maar weer verwoest in de brand in 1966. Het gebouw werd opnieuw in 1976 herbouwd als replica van het oorspronkelijke Pagaruyung paleis.
Het paleis werd weer verwoest door een brand op de avond van 27 februari 2007, nadat het dak werd getroffen door de bliksem. Naar schatting slechts 15 procent van de waardevolle artefacten hebben de brand overleefd.

Het originele Pagaruyung paleis werd volledig gebouwd uit hout metselwerk, maar het huidige gebouw is gebouwd met behulp van moderne betonconstructie. Toch is de Istano Basa Pagaruyung heel getrouw gerestaureerd met behulp van traditionele techniek en materialen versierd met 60 gravures die Minang filosofie en cultuur betekenen. Het paleis heeft drie verdiepingen met 72 pilaren en de typische Rumah Gadang gonjong, met een hoornachtige gebogen dak, gemaakt van arenpalmvezels. Het paleis is ook voorzien van meer dan 100 replica's van Minang antieke meubels en kunstvoorwerpen, met als doel het paleis te doen herleven als Minangkabau cultureel centrum/ museum en toeristische attractie in West Sumatra.

De restauratie van het gebouw heeft zes jaar geduurd en naar schatting 1,5 miljoen euro gekost. Het gebouw werd ingehuldigd door de voormalige Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono in oktober 2013.

Nog wat over het matriarchaat in de Minangkabau.
Het matriarchaat, de moederlijn, is een Minangkabau-adat, een cultuurgewoonte. Dit aspect komt alleen bij de Minangkabau voor.
Bij een bruiloft dient de vrouw aan de man een bruidsschat te betalen.
Is er een bruiloft op komst dan gaan de ouders van het meisje eten bij de ouders van de jongen.
Het eten moet dan goed en lekker zijn, anders komt er commentaar. De adat is dat dit 3 keer gebeurd, het eten is na de derde keer oké en dan pas wordt toestemming gegeven voor het huwelijk. Het is een vorm van kennismaken.

Dan worden de kosten van de bruiloft besproken. Hoeveel wil het meisje betalen. Ook het afdingen op de bruidsschat behoort tot de gewoonten.
En wanneer is de bruiloft? Er moet altijd een grote bruiloft komen, gekleed in traditionele kledij en met muziek door dorp lopen.

Helaas komen er veel scheidingen voor in West-Sumatra. De mannen geen rechten hebben. Als je als vrouw je man niet meer wilt, doe je de deur op slot, want een sleutel bezit hij niet. Hij weet dan dat zijn tijd is gekomen. De kinderen blijven bij de vrouw. Het resultaat is een rijke vrouw en berooide man. De gids vertelde dat zijn moeder hem had verboden een Minangkabause vrouw te trouwen.
De oudste broer van moeder is verantwoordelijk voor het gezin van zijn zus. Mocht er ooit iets met de zus gebeuren dan neemt hij haar plaats in en beslist over de familiezaken.
Maar de cultuur houdt ook in dat polygamie veel voorkomt. Rijke Minangkabauers hebben vaak 5 of meer vrouwen!

Het is hetzelfde systeem als uit Zuidoost India, dus uit hindoeïsme. Dus in de Mingkabau-cultuur ook vorm van ‘kastes’; De typische Minangkabau-huizen worden alleen gebouwd en bewoond door de adel, de hoogste kaste. De tweede kaste is die van de geestelijken, de imams. De derde kaste (Shiva) zijn de gewone mensen. Er is dus in deze cultuur een vorm van discriminatie ingebakken.

donderdag 18 februari 2016

Sumatra, dag 14, naar Maninjaumeer

Zondag 24 januari vertrokken wij om 9.00 uur naar Koto Gadang, langs het Karbauwengat (of Ngarai Sianok Canyon / Green Canyon of Sumatra of Ngarai-kloof). Deze kloof is ontstaan door een aardbeving (13km lang, 150m hoog) en dankt zijn naam aan het feit dat er vele karbauwen werkten in de tijd voor de vrachtwagens, maar ook daarna nog lang aan het werk werden gezet.

Filigraan zilverwerk

Koto Gadang (Maleis: gadang = groot; Indonesisch: besar en Javaans: gedhe) is een dorp van zilversmeden. Hier maakt men uit 96% zuiver zilver uit dunne zilverdraden filigraan / filigrain zilver sierraden. Het beroep wordt van vader op zoon overgebracht. In de Nederlandse tijd was er nog een grote zilvermarkt in Koto Gadang, maar dit is niet meer.
Zelf een huis in Minangkabau-stijl, geheel in zilver!

Uitzicht bij Sungai Landir
Het was rustig in het stadje. Wat bleek. Zondags is er zwijnenjacht door de mannen in de bergen. Omdat men geen varken eet, wordt het zwijn door de ongeveer 100 honden in ongeveer ½ uur verslonden. (N.B. Hier eet men geen hondensaté!)






Een koffiebreak op een panoramapunt in Sungai Landir. Met uitzicht op de hellingen van de Singgalang vulkaan en bergen. Rond 11.00 uur weer door naar het plaatsje Matur. Dit plaatsje is weer bekend om het kweken van pompoenen. Van deze plant/vrucht wordt alles gebruikt.

Daarna via 44 Kelok (= bochten) naar het Maninjau-meer, 18 km lang, 8 km breed en 280 meter diep en evenals andere meren op Sumatra ook een kratermeer. Men zegt dat het meer mooier is dan het Toba-meer.
Uitzicht op het Maninjaumeer

Een nest met gevaarlijke bijen
In het dorp Bayur aan het Maninjau-meer hebben we wat rondgelopen.Onderweg zagen we een bijennest met grote, gevaarlijke bijen, waarvan een steek dodelijk kan zijn. Dus maar uit de buurt blijven en snel weer verder op weg naar de lunch.
Rond 13.00 uur lunchen in restaurant “Waterfront Zalino” in Maninjau waar de baas (die ook in Nederland is geweest) zelf een ree (kijang) had geschoten en geslacht. Een specialiteit in Maninjau.



Alles van hout voor in huis


Na de lunch weer terug richting Bukittinggi via het plaatsje Pandai Sikat of Pandai Sikek. Bekend van het weven van alle soorten kleding en met name kleding voor feestelijkheden als huwelijk, ceremonies, etc.
Daarnaast veel houtbewerking voor het interieur en meubels.

Veel feestelijke kleding
In de namiddag waren we weer terug in ons hotel. en ’s avonds weer in de stad Bukittinggi gegeten en met de bendi terug naar ons hotel.

De Baligroeten van Grace en Henk

zondag 14 februari 2016

Sumatra, dag 13, een rustdag in Bukittinggi

Na twee dagen reizen weer eens een rustdag ingelast. (zaterdag 23 januari)
Om 10.00 uur hebben wij ons naar het centrum laten brengen, nadat we eerst van kamer waren gewisseld omdat het warm water niet werkte.
In het centrum zijn twee plekken zeer markant. De Jam Gadang of de grote klokkentoren en het standbeeld van Hatta.
De klokkentoren Jam Gadang wordt ook wel de Sumatraanse Big Ben genoemd. Wel een beetje overdreven. De klok werd in de koloniale tijd door Nederlanders in 1827 gebouwd, maar is in de loop van de tijd qua uiterlijk gewijzigd. Het heeft nu een dak in Minangkabau-stijl.
Jam Gadang

De bendi






























Het standbeeld van Bung Hatta
Dr. Mohammed Hatta, ook Bung Hatta genoemd (Fort de Kock, 12 augustus 1902 - Jakarta, 14 maart 1980) was een Minangkabauer en was de eerste vicepresident van de Republiek Indonesië. Tevens is hij een zekere tijd premier geweest.
Mohammed Hatta studeerde vanaf 1921 in Rotterdam aan de Handelshogeschool. (nu Erasmus Universiteit) Hij zou 11 jaar in Nederland verblijven.
Hatta keerde in 1932 terug naar Indonesië en sloot zich aan bij de Club Pendidikan Nasional Indonesia ("Indonesische Club voor Nationale Opvoeding") die tot doel had het politieke bewustzijn van de bevolking te verhogen door middel van trainingen. In februari 1934 arresteerde de Nederlandse overheid Hatta weer, samen met Soetan Sjahrir, die voorzitter was van voorgenoemde club. Hatta werd voor zes jaar in kampen in Boven-Digoel en Banda geïnterneerd.
Op 17 augustus 1945 werd in een door Soekarno en Hatta ondertekende proclamatie de Republik Indonesia uitgeroepen. Hatta werd tot vicepresident benoemd, met Soekarno als president.

Na de koffie op weg naar Taman Panorama en de Japanse tunnels.
Taman Panorama bevat een pretparkachtig deel, maar biedt ook een prachtig uitzicht op het Karbauwengat (of Ngarai Sianok Canyon of Ngarai-kloof) en geeft toegang tot de Japanse tunnel.
(Lobang Jepang) De tunnel (bunker) werd gebouwd tijdens de militaire bezetting van Japan rond het jaar 1942 voor defensieve doeleinden. De 21 tunnelgangen in de bunker dienden als onderdak voor de Japanse soldaten en er waren gangen voor een eetkamer, keuken, rechtszalen, gevangenis, wapenkamer en opslag voor munitie.

De lengte van de tunnels bedraagt meer dan 1.400 m en neemt een oppervlakte van 2ha in beslag. De bodem was speciaal geprepareerd en zo robuust dat zelfs de zware aardbeving die West Sumatra trof in 2009 niet veel schade aanrichtte aan de structuur van de tunnel.

Er wordt geschat dat tienduizenden Indonesiërs gedwongen werden om deze tunnels te graven. Deze mensen kwamen van Java, Sulawesi en Kalimantan. Dus van buiten de regio om de vertrouwelijkheid van dit megaproject te bewaren. Inwoners uit Bukittinggi werden ingezet bij het werken aan de tunnel in Bandung en op Biak.

In 1970 zijn pas de Japanse tunnels gevonden en in 1984 als historische toeristische attractie beheerd. Er lag nog allerlei munitie. De tunnels zijn nooit in gebruik genomen. Tegen de tijd dat de tunnels klaar waren, was de oorlog ten einde.
Ik moet zeggen: het was vrij imponerend.
Een indruk van de tunnels










Uitzicht op het Karbauwengat

















Daarna met de in Bukittinggi traditionele bendi (paard en wagen) terug naar het hotel.
In de bendi
 ’s Avonds naar het centrum gelopen en gegeten in het onder toeristen bekende restaurant Turret. Een bijzonder aardige eigenaresse, waarvan haar dochter in Nijmegen woont. Er was dus weer genoeg stof om te babbelen.
Weer avondmarkt langs de straat: Selamat makan
De Baligroeten van Grace en Henk
De oud-Hollandse bioscoop Sofia in Bukittinggi

Een prachtig Minangkabau huis