Maandag 18 januari. Om 9.00 uur vertrokken naar Tuktuk, een plaats op
Samosir-eiland in het Tobameer. Een eerste stop bij de Sipisopiso waterval.
Wij hebben nu al genoeg watervallen gezien, ook op Bali en in de droge tijd. Langs het Tobameer zijn veel kleinschalige koffieplantages. (arabica en robusta) Goed voor de economie van de middenstand en goed tegen erosie van de gronden. Ook wordt hier nog
veel groenten verbouwd zoals mais, aardappelen, rijst,
kool en ananas.
Si Piso Piso waterval |
Uitzicht op het Tobameer |
Een Rumah Bolon |
Op weg naar het oude dorp Pematang Purba en de
Simalungun-Bataks.
Hier is een soort openluchtmuseum waar zogenaamde Rumah
Bolon (= groot huis in het dialect van Batak) te bezichtigen zijn.
De Simalungun-koningen liggen hier begraven en waar de laatste Raja door zijn eigen volk in 1947 is vermoord. Er kwam daarmee een eind aan een dynastie van 14 generaties, die in 1624 begon. De traditionele kleuren zijn hier rood, wit en zwart, overeenkomstig de drie werelden die de Bataks onderscheiden: de hoogste wereld (de hemel), de middelste wereld (aardse tranendal) en de laagste wereld (de eeuwige duisternis, de onderwereld)
Ik weet niet of er een relatie met het hindoeïsme bestaat,
maar deze kent de trimurti of drie-éénheid: de goden Brahma (de schepper),
Vishnu (de beschermer) en Shiva (de verwoester).
Het huis van de Raja |
Via Saribudolok (saribu = seribu = duizend; dolok (=
berg) rijden we naar via Simarjarungjung met fraaie zichten op het Tobameer
langs de koffieplantages naar Tigaras (Tiga Ras = drie rassen) waar we na een
lunch de ferry hebben genomen naar Simanindo op het eiland Samosir. Rond half
vier waren we in Simanindo en een half uurtje later in ons hotel in Tuktuk.
Op Samosir-eiland worden vooral uien gekweekt en mais en
zagen we na lange tijd weer eens sawa’s.
Morgen weer verder op pad.
De Baligroeten van Grace en Henk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten