dinsdag 2 februari 2016

Sumatra, dag 6, naar Berastagi

Om kwart voor negen vertrokken naar Berastagi. (beras = rijst) We komen in het hoogland (1.400m) van de Karo-Batakkers. Deze bevolkingsgroep leeft in het midden van Sumatra en is voor 95% christelijk. Voor 1860 kwamen hier nog koppensnellers voor, maar met de komst van de Duitse missionaris Nommensen (een particuliere universiteit in Medan is naar hem vernoemd) zijn de Batakker bekeerd tot het christendom. Er zijn zes groepen van Batakkers met ieder hun eigen dialect en adat / gewoontes. Zo mag een Karo-Battaker niet rechtstreeks praten met zijn schoonmoeder. Misschien een goede gewoonte? (grapje). Een ander adat is dat alle mensen weer terugkomen in hun geboortedorp. Na hun overlijden, waar ook ter wereld, worden hun botten na 5 jaar opgegraven en terug gebracht naar de familiegraftombe in hun dorp. De graftombes zijn vaak mooier dan hun huizen en de status van de familie wordt ontleend aan de graftombe. Hoe mooier en groter de graftombe, hoe rijker de mensen.

Omdat Berastagi wat hoog ligt heeft het een koel klimaat en diende daarom als vakantie-oord van de planters uit Medan. Ook heden ten dage komen veel mensen nog een weekeind naar Berastagi om de hitte van de steden te ontvluchten. Het koele klimaat zorgt er ook voor dat in Berastagi en omgeving veel groente en fruit wordt verbouwd. De fruitmarkt is ongelooflijk om te zien.

Onderweg zien we steeds minder palmolieplantages en de suikerrietplantages uit de koloniale tijd zijn al verdwenen. Er verschijnen meer mais- en cassavevelden.

Kalong
Onderweg gestopt op een plaats waar men Vliegende hond (kalong) verkoopt voor de saté. (genaamd saté B1) Deze vleermuis zou goed zijn tegen astma. Ook saté hond wordt hier nog steeds gegeten.
Kies maar uit voor een sateetje

Gestopt in Sibolangit.Door de droge tijd is er geen waterval. Vanuit hier en Bandar Baru starten de trekkings naar de Sibayak vulkaan. Bandar Baru heeft echter een slechte naam in verband met de vele prostituees. Voordat we naar het hotel in Berastagi gaan, stoppen we bij een Chinese Pagode, die een kopie zou zijn van een pagode in Myanmar / Birma.






Vervolgens stoppen we in het centrum van Berastagi en slenteren door de enorme fruitmarkt. We zien vruchten waar we nog nooit eerder van gehoord hadden.


Hier bestaat de dokar nog.














Om ongeveer 17.00 uur komen we in ons hotel aan en kunnen we weer eens douchen mét warm water.
Uitzicht vanuit de lobby van ons hotel
De Baligroeten van Grace en Henk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten